Dotterbloemroute
Eindeloze weilanden, kades en vooral veel water tekenen het landschap rond Meerkerk. Rode draad van deze wandeling is het Merwedekanaal, een populaire vaarroute voor de beroeps- en recreatievaart. Echt stil wordt het in de grienden en bossen van natuurgebied Quakernaak. En vooral in de moerassige Zouweboezem, waar je buiten het broedseizoen (15 maart-15 juli) naartoe kunt met een wiebelig roeipontje.
Download de Dotterbloemroute of download het Winterwandelboekje.
Dit ga je zien
Meerkerk
Meerkerk
Beschrijving
Meerkerk
Start op het Raadhuisplein. Wandel links langs het gemeentehuis de Burgemeester Sloblaan in, richting de watertoren. Volg vanaf nu de stickers met rode pijlen.
Watertoren
Rond het Raadhuisplein kijk je uit over het moderne Meerkerk. Alleen een deel van de kerk herinnert nog aan het oerdorp dat hier al rond het jaar 1000 werd gesticht. Lange tijd was er alleen bebouwing rond de dijken en het sfeervolle Dorpsplein, dat je aan het einde van de route zult passeren. Toen de watertoren in 1936 werd gebouwd – als een van de eerste betonnen watertorens in Nederland – stond deze nog in een decor van weilanden en koeien.
Ga na 350 m bij wandelknooppunt 78 linksaf naar 79, dan na 50 m rechtsaf. Volg de Burggraaf bijna 2 km.
Tiendweg
Hoe verder weg van het dorp, hoe groener het wordt. De weg die nu Burggraaf heet, staat op oude landkaarten aangegeven als Tiendweg. Via deze weg konden boeren bij de weilanden komen. Waarschijnlijk diende de kade ook om kwelwater uit het riviertje de Zederik (nu het Merwedekanaal) tegen te houden. Kijk goed om je heen, want met wat geluk kun je van april tot september purperreigers spotten. Deze zeldzame en vooral schuwe neef van de blauwe reiger broedt in de nabijgelegen Zouweboezem en zoekt zijn voedsel – kikkers, vis, kevers, muizen – in de omliggende polders.
Ga aan het einde bij wandelknooppunt 79 linksaf naar 73 (nummer kan ontbreken, Achterkade). Ga op de Bazeldijk rechtsaf. Ga op de rotonde bij 73 linksaf naar 71, dan na de brug linksaf naar 91. Volg het kanaal 1,2 km
Merwedekanaal
Veenmoerassen tot aan de horizon – dat was het beeld zo’n duizend jaar geleden. Vanaf de 11e eeuw werd het gebied via sloten ontwaterd en geschikt gemaakt voor de landbouw. In dit natte land waren riviertjes en kanalen vaak de eenvoudigste manier om mensen en goederen te vervoeren. Het veenriviertje de Zederik was zo’n vaarweg. In de loop van de eeuwen werd de rivier voor de scheepvaart verschillende keren verbreed en rechtgetrokken. Vanaf 1658 voeren hier trekschuiten heen en weer tussen Vianen en Gorinchem – je wandelt nu over een jaagpad waar destijds de paarden en schippers liepen die de schuiten voortrokken. Na een nieuwe verbreding werd in 1892 het huidige Merwedekanaal geopend. Links varen grote binnenvaartschepen en kwetsbaar ogende plezierjachten voorbij. Rechts kijk je uit over eindeloze weilanden. Weidevogels houden van zulke open landschappen, waar ze een vijand van ver kunnen zien aankomen. Soorten als kievit, grutto en tureluur zijn eenvoudig te herkennen, want die roepen hun eigen naam – taalkundigen noemen dit fenomeen een onomatopee.
Kraneschipbrug
Je bent het Merwedekanaal overgestoken via de Bazelbrug, een indrukwekkende ophaalbrug uit 1990. Voor die tijd lag er op deze plek een draaibrug. De brug draaide om een as in het midden, waardoor twee doorvaartopeningen van 14 m breed ontstonden. Aan het Merwedekanaal lagen zes van zulke draaibruggen. Ter hoogte van de zijweg met de naam Scheepjesbrug kon het plaatselijke verkeer ook oversteken via een schipbrug. Het was een drijvende brug die met een lier kon worden weggedraaid. Aan de overkant is nog te zien waar de brug de oever raakte. De Kraneschipbrug deed dienst tot 1988 en ligt sinds 1997 achter het Maritiem Museum in Rotterdam. Schipbrug met huis voor de brugwachter en de knecht.
Volg vanaf de Scheepjesbrug het kanaal nog eens 650 m. Ga dan rechts de dijk af en volg de rode pijlen en het graspad door natuurgebied Quakernaak.
Grienden en bos
Dit drassige, wat rommelige hoekje van polder Quakernaak was minder geschikt voor de landbouw. Daarom gebruikten de boeren het als griend: ze plantten wilgenbomen en oogstten de takken. Die werden onder meer gebruikt voor bonenstaken, gereedschapsstelen en zinkstukken, grote mattten waarmee oevers konden worden verstevigd. Nu onderhoudt het Zuid-Hollands Landschap nog een klein deel van deze grienden. Het deel daarachter is uitgegroeid tot een ruig, verwilderd bos. Niet te missen zijn de zomereiken, waarvan er een fors exemplaar half op het pad staat. In de zomer fladderen talrijke vlinders en libellen om je heen. Bosvogels als gekraagde roodstaart, matkop, koolmees en zelfs de houtsnip laten zich horen. Tip: in het seizoen kun je langs het pad volop bramen plukken!
Natte hooilanden
Links achter de rietrand gaan drassige graslanden schuil. Hier heeft het ZuidHollands Landschap de bovenlaag van de weilanden afgegraven om de grond natter en voedselarmer te maken. Dat is gunstig voor planten als dotterbloem, pinksterbloem, echte koekoeksbloem, egelboterbloem en brunel. Ook zijn er poelen gegraven, die al snel werden ontdekt door groene kikker, bruine kikker, heikikker, rugstreeppad, watersalamander en kamsalamander. Ze staan allemaal hoog op de menulijst van de purperreiger, die dan ook regelmatig een bezoekje brengt aan Quakernaak.
Ga aan het einde op de dijk rechtsaf, dan bij wandelknooppunt 91 linksaf de brug over en direct bij 92 linksaf naar 74. Volg het kanaal.
Bonkmolen
Ook de Meerkerksebrug was tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw een draaibrug die met de hand moest worden opengedraaid. Verderop langs het kanaal zie je nog het huis van de brugwachter en de knecht, zoals die destijds bij alle bruggen stonden. De Bonkmolen is een van de weinige overblijvers van een hele serie molens die vroeger de achterliggende polders droog moesten houden. Het is een wipmolen, waarbij het hele bovenhuis kan draaien om de wieken in de wind te zetten. Het scheprad zit aan de buitenkant. In geval van nood kan de molen nog altijd aan het werk worden gezet.
Ga na 450 m rechtsaf (Tolstraat). Je komt bij wandelknooppunt 74. Voor de route van 7 km: ga linksaf naar 72, dan linksaf en rechtsaf richting 78, terug naar het Raadhuisplein.
Avontuurlijke wandelaars kunnen buiten het broedseizoen (15 maart-15 juli) een extra lus maken naar de Zouweboezem, met onderweg een roeipontje. Ga dan bij 74 rechtsaf en even verder linksaf naar 76 via de Zederikkade.
Zouweboezem
De kade volgt de Oude Zederik, ook wel de Zouwe genoemd. Het is van oorsprong een veenriviertje dat in de 14e eeuw werd verbreed en rechtgetrokken – dit keer niet voor de scheepvaart, maar om overtollig water uit de polder in op te slaan. Deze Zouweboezem loopt helemaal door tot aan de Lek, waar het water in de rivier werd geloosd. Een roeipontje brengt je naar de overkant – waarbij je misschien eerst flink moet draaien om het pontje naar je toe te trekken. Daarachter struin je door een gebied met moerasbos, riet en hoog opgeschoten oeverplanten. Kijk uit naar de blauwe tinten van de blauwborst. Zijn geluid is minder herkenbaar, want hij imiteert graag andere vogels.
Ga bij knooppunt 76 linksaf naar 75: steek over via het pontje. Volg het vlonderpad, dan op het graspad rechtdoor. Ga na 250 m rechtsaf. Ga op de dijk bij knooppunt 75 linksaf naar 72.
Hoenderwiel
Plotseling maakt de Zouwendijk een bocht om een waterplas. Dit is het Hoenderwiel, een kolkgat dat achterbleef nadat de dijk in de 17e eeuw was doorgebroken. De nieuwe dijk werd om het gat heen gelegd. De rietranden, knotbomen en graslandjes vormen nu waardevolle natuuroases. Blauwborst, rietgors en kleine karekiet broeden in het riet, daarboven maak je kans op een speurende bruine kiekendief.
Ga op het Dorpsplein bij knooppunt 72 rechtdoor en dan rechtsaf richting 78, wandel terug naar het Raadhuisplein.
Meerkerk