Touwmuseum
De ontwikkeling van Oudewater als touwstad was mogelijk doordat de stad omgeven was door gebieden waar hennep werd geteeld: Lopikerwaard, Krimpenerwaard en het land van Woerden. Ook in de andere steden in en rondom dit gebied werd touw geproduceerd. Maar nergens bracht het zo’n welvaart en wist de productie zich zo lang op grote schaal te handhaven als in Oudewater
Al sinds jaar en dag worden de inwoners van Oudewater aangeduid als ‘geelbuiken…
De ontwikkeling van Oudewater als touwstad was mogelijk doordat de stad omgeven was door gebieden waar hennep werd geteeld: Lopikerwaard, Krimpenerwaard en het land van Woerden. Ook in de andere steden in en rondom dit gebied werd touw geproduceerd. Maar nergens bracht het zo’n welvaart en wist de productie zich zo lang op grote schaal te handhaven als in Oudewater
Al sinds jaar en dag worden de inwoners van Oudewater aangeduid als ‘geelbuiken’. Deze bijnaam verwijst naar de bundels gele hennep die de lijndraaiers om hun buik wikkelden. Oudewater dankte haar welvaart in de zeventiende en achttiende eeuw aan de touwindustrie. De armoede in het stadje in de negentiende eeuw kwam door de neergang van de markt voor touw. Zelfs de Heksenwaag dankt haar bestaan aan de touwproductie. Dankzij een speciale heffing op het wegen van hennep kon de waag na de verwoesting in 1575 weer worden opgebouwd.
In de zeventiende eeuw bracht de grote vraag naar touw en garen voor visnetten de touwindustrie van Oudewater op een hoogtepunt. De welvaart kan worden afgeleid aan de vestiging van zilversmeden in de stad, de aanwezigheid van een ‘speldewerkster’ en een kantkloster. Tevens blijkt uit diverse boedelinventarissen dat het drinken van koffie, thee en chocolademelk in de achttiende eeuw al volkomen ingeburgerd was in Oudewater.